‘Ik herinner me Adriaan van Dis niet’, steekt zij van wal, om deze kennismaking meteen te relativeren. Foto’s bewijzen nochtans dat hij gastspreker was in 2016, toen Weeda zelf deelnam aan de residentie. Andere zaken zijn haar meer bijgebleven: ‘Kunst gaat over je eigen tempo, tijd en ritme bepalen en het privilege daarvan onderkennen.’ Ze haalt zich een dolle avond in een technoclub voor de geest, een uitstap met een mederesident naar Barbes, haar eigen Parijsproject, waarbij ze de stad van queer vrouwen ging verkennen (lees hier en hier twee artikels die ze schreef met Ayla Schneiders). ‘Kunst gaat over mensen leren kennen die met jou meegroeien, de mensen die hier naast je zitten.’
De residenten van 2025 beleven hun eerste residentieavond en kijken elkaar kriskras aan over het vierkant van tafels, de mogelijkheden zijn eindeloos. Maar eerst nog even luisteren naar het praatje van de gastspreker.

‘Alles wat veilig is, is saai’
Lisa Weeda in gesprek met de residenten
Parijs is dit jaar voor de veertiende keer het decor van de schrijfresidentie van deBuren, waar achttien Vlaamse en Nederlandse jonge schrijvers hun praktijk onder de loep nemen en werken aan nieuwe teksten. Zij worden tijdens hun verblijf bezocht door ervaren vakgenoten, die vertellen over hun schrijverschap. Op de eerste avond maken ze kennis met Lisa Weeda.

© Marianne Hommersom

© Marianne Hommersom
‘Je moet als schrijver echt je onderbuikgevoel volgen’
Toen Lisa Weeda negen jaar geleden schrijfresident was, werkte ze voor Wintertuin aan een chapbook-novelle die ze wilde vormgeven als catalogus van een reis door Oekraïne. Na een worsteling met de feedback dat het te conceptueel werd, herwerkte ze het de tekst en werd het een blauwdruk voor haar oeuvre tot dusver: non-lineaire werken, met een kleine drijvende kracht die je door een verhaal sleept. Zo is er haar VR-installatie ROZSYPNE, waarin ze een vrijere omgang met opbouw, fantasie en ruimtelijkheid ontwikkelde. In debuutroman Aleksandra wandel je als lezer letterlijk door het paleis van de geschiedenis, met verhalen achter iedere deur.
Weeda laat zich in het schrijven leiden door vragen over afstand: wat doet afstand en wat betekent lichamelijkheid daarin? Als subthema’s daarvan noemt ze Oost-Europa en Oekraïne. Een resident vraag naar de intentie van Weeda’s schrijven, een vraag waar ze even op kauwt. ‘Mijn intentie is om kunst te maken, een thema te volgen dat aan me blijft trekken. Je moet als schrijver echt je onderbuikgevoel volgen.’ Dat deed ze met Aleksandra, dat verscheen en genomineerd raakte vóór de Russische invasie van Oekraïne. Nadien werd de belangstelling enorm en merkte Weeda dat ze in de rolodex van allerlei journalisten terechtgekomen was.
Mijn intentie is om kunst te maken, een thema te volgen dat aan me blijft trekken.
‘Is het geen enorme verantwoordelijkheid, om de beeldvorming van Oekraïne in Nederland te bepalen?’ vraagt een resident zich af. Weeda voelt dat effectief zo aan en informeert zich door veel te reizen en originele onvertaalde bronnen te lezen. Ze schrijft aan een kinderboek over de mooie dingen in Oekraïne, ‘wat gestoord is, want alles waarover ik schrijf wordt vernietigd’. Tegelijk beseft ze dat ze als schrijver ook maar een fragment van ‘echt’ ziet en overmaakt aan je publiek. Je kunt niet voor een heel land spreken en bovendien zijn alle archieven in Moskou (waar in de sovjettijd veel Oekraïense kunst werd opgeslagen, zoals films, foto’s en veel meer archiefbestanden) ontoegankelijk en die in Kyiv deels gebombardeerd.
‘Blijf zo ver mogelijk weg van dopamine’
Door de vele uitnodigingen en opdrachten vanwege de actualiteit in Oekraïne, ervaart Weeda wat ze eerder ook al meemaakte: er blijft weinig tijd over om aan de schrijftafel te zitten. In de acht jaar dat ze werkte aan haar debuut, kwam ze rond van allerlei jobs in de culturele sector: interviewen, lesgeven, subsidieaanvragen schrijven, het maken van podiumprogramma’s, VR-werken, fotoboeken en podcasts … Nu beseft ze dat ze veel van dat werk deed voor te weinig geld en zelf als jonge programmamaker eerst ook te lage vergoedingen kon aanbieden. Ze lanceerde de campagne #laatjenietnaaien om opdrachtgevers ervan bewust te maken dat kunst geen hobby is en dat je van ‘exposure’ geen boterhammen kunt kopen.
Resident Zoë Dankert deed onderzoek naar werkomstandigheden in de kunsten (verwerkt in de podcast Werktitel) en bevestigt aan dat kunstenaars die over verloning beginnen nog te vaak bestempeld worden als ‘duur en lastig’. Bovendien worden bepaalde vormen meer gewaardeerd: ‘Voor een essay vang ik € 400, maar eigenlijk gaat poëzie me veel makkelijker af. En er is ook een ander soort waardering, de buzz die rondzoemt als je bijvoorbeeld een opinie schrijft.’

© Marianne Hommersom
Weeda herkent dat laatste. ‘Ik had ervoor kunnen kiezen om een boegbeeld te worden, elke dag op televisie te zijn. Je uitgeverij feliciteert je daar ook voor, want het doet je boekenverkoop pieken. Maar als je drie vette optredens in een week doet, dan schrijf je niet. Hoewel het soms lekker voelt, is dat niet waarvoor je schrijver werd: ‘Blijf zo ver mogelijk weg van dopamine, die is zo tijdelijk.’ Weeda geniet nog steeds het meest van de momenten waarop een project helemaal in elkaar valt, hoewel niemand dan staat te applaudisseren. Ze nam een vriendin in de arm als agent; die behandelt haar aanvragen en plant schrijftijd en vakanties in.
‘Wissel je Sally Rooney één keer voor iets anders’
In 2020 werd Lisa Weeda geselecteerd voor het internationaal talentontwikkelingstraject CELA; tijdens dat traject verscheen Aleksandra en werden vertalingen gerealiseerd. Ondertussen verscheen Weeda’s debuut in acht talen en reist ze rond om haar boek en de Duitse vertaling van Dans dans revolutie voor te stellen. Ze werd ook een koppel met de Nederlands-Roemeense CELA-vertaler Alexa Stoicescu, en woont momenteel bij haar in Boekarest. Dit internationale leven past perfect in haar visie op het schrijverschap: ‘Kunst maken, of dat nou schrijven, regisseren of programmamaken is, betekent voor mij uit mijn comfortzone bewegen. Alles wat veilig is, is saai.’
Ik zie een Europa dat scheuren vertoont, kronkelt, stuiptrekt. Een Europa waarin kunst soms bestraft wordt.
Het reizen deed haar blik op Europa verschuiven: ‘Ik zie een Europa dat scheuren vertoont, kronkelt, stuiptrekt. Een Europa waarin kunst soms bestraft wordt.’ Ze moedigt de residenten aan om eclectisch te lezen (‘wissel je Sally Rooney één keer voor iets anders!’) en ervan te profiteren dat er tegenwoordig méér Oost-Europese literatuur wordt vertaald dan alleen de Russische. Het achtste leven (voor Brilka) van de Georgische Nino Haratischwili is bijvoorbeeld een aanrader: ‘Sommige lezers vinden het ongeloofwaardig dat alle generaties in het boek lijden onder een regime, maar ik wéét dat het klopt.’
Veel residenten maken zich zorgen over de politieke toestand, ook in Gaza, en betwijfelen of je als schrijver (of als mens) wel een verschil kunt maken: ‘We kloppen onszelf dan op de borst met een “geslaagd protest”, maar Palestina is daarmee niet vrij.’ Lisa Weeda herkent zo’n moedeloosheid wel, maar verwijst naar het project waar ze nu mee bezig is: een onderzoek naar de liquidatie van Oekraïense en andere intellectuelen door het sovjetregime in de jaren 1920 en 1930. De sovjets wisten waar ze mee bezig waren: ‘Als je kunst laat verdwijnen en censureert, en als je kunstenaars fusilleert, vermoordt, executeert, en met gefabriceerde leugens voor de rechter sleept om ze vervolgens te laten deporteren naar een bos in het noorden van Rusland, waar ze met zijn honderden tegelijk worden gedood, dan weet je dat kunst macht is.’ Voor Weeda is kunst een waardevol product van de maatschappij, hetgeen waar onze identiteit op drijft.

© Marianne Hommersom

© Marianne Hommersom
Ze wil in haar loopbaan als schrijver vragen blijven stellen, haar geschiedenis een rol laten spelen in het Nederlandse bewustzijn. En zo komen we toch weer uit bij Adriaan van Dis. Lisa Weeda ontmoette hem twee jaar geleden opnieuw tijdens een diner, want Alexa is bevriend met hem. ‘Ik voelde me thuis bij hem aan tafel, bij een man die nog vragen stelt, elke dag, die door het stof durft te gaan, zijn eigen blindheden durft toe te geven, die in zijn schrijfwerk klappen durft uit te delen, een schrijver waarvan ik dacht: als ik ouder word, wil ik zo zijn, als auteur. Oud, maar niet vastgeroest.’
Als Lisa Weeda geen onvergetelijke indruk op de residenten achterliet, dan is er in ieder geval deze reportage. Hun Parijse avonturen beginnen nu.

Lisa Weeda
Van haar derde tot haar zesde woonde Lisa Weeda (1989, Rotterdam) in Duitsland. Ze doorliep het Johan de Witt-gymnasium en studeerde Theater-, Film- en Televisiewetenschap aan de Universiteit Utrecht. Weeda studeerde in 2015 in Arnhem af aan ArtEZ in Creative Writing. Haar werk verscheen onder meer in Das Magazin, op De Optimist en Hard//hoofd. Ze was onderdeel van het Slow Writing Lab 2015-2016, het talentenprogramma van het Nederlands Letterenfonds. In 2016 verscheen haar chapbook De benen van Petrovski (Literair Productiehuis Wintertuin), een literaire weerslag van haar reis naar Oekraïne, het land waar haar grootmoeder vandaan komt en nog een groot deel van haar familie woont. Met Nienke Huitenga-Broeren maakte ze de VR-ervaring 'Rozsypne' waarin je tussen de zonnebloemvelden Nina volgt in haar dagelijks routine, een oude dame die probeert te overleven in de Oost-Oekraïense oorlogszone van 2014, met de brokstukken van de MH17-crash nog vers in haar tuin. Weeda werd uitgeroepen tot literair talent van het jaar 2022 in de Volkskrant. Aleksandra (De Bezige Bij) is haar debuutroman. Het boek werd genomineerd voor de Libris Literatuurprijs 2022 en won de De Bronzen Uil.
Meer weten over de schrijfresidentie?
Ontdek wie mee ging naar Parijs, lees alle bijdragen en kom te weten hoe het er achter de schermen aan toegaat via de reportages.
Alles bekijken