
Later komt alles goed (aldus de snoozeknop)
door Mariska van Dam
Als je over controle nadenkt, aan welk voorwerp denk je dan? Die vraag schotelden we Nieuw Geluid-alumna Mariska van Dam voor. 'Aan een snoozeknop', antwoordde ze een lichtelijk onverwachts. 'Die geeft je wel een gevoel van controle, maar stelt de actie om uit je bed te komen net uit.' Deze redeneertrant, waarbij onder het mom van controle (democratische) acties worden uitgesteld, werkte ze verder uit in onderstaande keynote, waarover ze in Nijmegen gesprek ging met psycholoog Daniela Becker en hoogleraar Marc De Kesel. Snooze 'm niet!
Later komt alles goed (aldus de snoozeknop)
Er was een tijd in mijn leven dat ik om half zeven mijn bed uit moest voor school. Dat betekent dat iedere schooldag begon met een innerlijk conflict. Ik wilde niet te laat komen, maar ik wilde ook niet uit bed. Laten we dit verdeelde ‘ik’ voor het gemak even opsplitsen in ‘school-ik’ en ‘bed-ik’. School-ik verzon allerlei manieren om bed-ik uit bed en naar school te krijgen. Zo zette ik, ik bedoel school-ik, mijn wekker op mijn bureau onder mijn hoogslaper, zodat ik, bed-ik dus, uit bed moest klimmen om het vermaledijde ding tot zwijgen te brengen. Bed-ik liet zich echter niet zo makkelijk vangen en klom onverstoorbaar terug de ladder op. School-ik besloot over te gaan tot een compromis. Bed-ik mocht op de snoozeknop drukken en weer terug mijn bed in, maar als negen minuten later de wekker nogmaals rinkelde, moest bed-ik toch echt opstaan.
De uitkomst van deze inwendige strijd laat zich raden.
Ik zette de wekker om negen voor half zeven, zodat ik één keer kon snoozen, maar dankzij de absolute hegemonie van bed-ik kwam ik meestal pas na vier welgemikte dreunen op de snoozeknop en 36 minuten later uit bed. Als ik dan verwilderd naar buiten kwam stormen, was mijn samenfietsvriendinnetje al alleen weggefietst, zodat ik de weg naar school in mijn uppie (en ook zeer uptempo) moest afleggen, waarna ik drie seconden voor de laatste bel op mijn stoel plofte en nog eens 36 minuten deed over afkoelen en opdrogen. Tegen die tijd was het zes over half negen.
Tegenwoordig vind ik om half negen opstaan al vroeg. Daarom schuif ik het zoeken van een baan nog even voor me uit en rol ik nu mijn achtste studiejaar in. Ik studeer filosofie en dat betekent zo ongeveer dat ik elk onderwerp interessant vind om over na te denken. Zoals: waarom bestaat de snoozeknop?
Ik presenteerde de snoozeknop zojuist als een compromis. Een compromis tussen school-ik en bed-ik, tussen opstaan en blijven liggen, oftewel: tussen actie of geen actie. Wat doet die snoozeknop dat het de brug kan vormen tussen die twee? En belangrijker nog: waarom lijkt het daar niet in te slagen?
Volgens mij biedt de snoozeknop controle. Met behulp van deze handige functie kun je jezelf ervan vergewissen dat je niet te lang blijft slapen, zonder dat je meteen uit bed hoeft te komen. Je schept voorwaarden voor stiptheid, maar hoeft nog geen actie te ondernemen. Het moment van opstaan kun je uitstellen (snoozen) – en vooralsnog zonder consequenties.
Mits je na één keer snoozen daadwerkelijk opstaat, althans. Dat zijn de kleine lettertjes van het snoozecompromis. Het controleren van je tijdstip van opstaan is misschien wel een voorwaarde voor op tijd komen, maar geen garantie. Er is nog steeds iets anders nodig. Actie. Uit bed. Controle zorgt er misschien wel voor dat je tot een actie kunt overgaan, maar is nog niet die actie zelf en impliceert die actie niet noodzakelijkerwijs.
Dit is iedereen allang bekend. Welke sirenezang stijgt er dan zo aanlokkelijk op uit die snoozeknop dat je ‘m niet één, maar vijf keer indrukt?

Mariska van Dam © Berit Akse

Gesprek met Mariska van Dam, Marc De Kesel en Daniela Becker © Berit Akse
De tijdsafhankelijkheid van controle
Volgens mij is dat de lokroep van geschiedenisloze controle. Je geeft je op dat moment over aan de illusie dat de snoozeknop je de hele tijd dezelfde controle biedt. Als je je om negen voor half zeven nog eens omdraait, betekent die beslissing inderdaad niet dat je te laat gaat komen. Maar de tweede keer snoozen wordt al een beetje spannend. Na de derde keer moet je je toch echt gaan haasten. Bij de vierde keer kom je naar alle waarschijnlijkheid te laat. En na de vijfde keer kun je alleen nog op tijd verschijnen door middel van teleportatie. En tóch denk je ook bij de vijfde keer snoozen: dat kan nog wel effies. Net als bij de eerste keer. Dat bedoel ik met geschiedenisloos: voor het gemak doe je net alsof de vijfde keer snoozen geen kwalitatief ander moment is dan de eerste keer, zodat je de controle die de eerste keer snoozen geeft kunt overhevelen naar de vijfde keer. Het komt hoe dan ook goed, want dankzij de snoozeknop verslaap je je niet. Deze gedachte werkelijkheid kan vreedzaam coëxisteren met de werkelijke werkelijkheid waarin het niet goed aan het komen is en je je wel aan het verslapen bent. Dit zie je echter pas goed wanneer je dan eindelijk uit bed bent gekomen en beseft dat je te laat bent opgestaan.
Het is heel menselijk, maar ook gevaarlijk om te denken dat de controle die je hebt over de toekomst hetzelfde is op t1 als op t5. Je gaat dan namelijk uit van een toekomst die al vastligt en hoe dan ook gaat plaatsgrijpen, want je hebt er immers controle over. Je acties in het heden geven niet werkelijk vorm aan je acties in de toekomst. Je kunt prima te lang in bed blijven liggen en alsnog op tijd komen. Je kunt prima jarenlang roken en alsnog op tijd stoppen zodat je geen enge ziektes krijgt. Je kunt prima produceren en consumeren op steeds grotere voet en alsnog de klimaatcrisis oplossen. Later komt alles goed.
Controle is niet geschiedenisloos, maar tijdsafhankelijk. Controle maakt het mogelijk om actie uit te stellen, omdat het voorwaarden schept om die actie alsnog plaats te laten vinden, maar om de controle te behouden moet je wel op tijd in actie komen. Dat is de paradox. Koppel je de actie los van de controle, dan blijkt controle zelfbedrog te zijn.
.jpg/f131de0f8cf9002d4eb6fdd3a13a6c08.jpg)
Kunstenaar Lau ten Zeldam deed aan 'diagramming' tijdens het gesprek
.jpg/327507f66745f1dbd344732c57154681.jpg)
© Lau ten Zeldam
Hannah Arendt
Maar waarom is dat eigenlijk zo? Ik vind het denken van Hannah Arendt behulpzaam om de verhouding tussen controle en actie iets meer in te kaderen. Deze Duits-Joodse politieke denker heeft grondig gereflecteerd op de menselijke conditie. Het woord ‘conditie’ gaat hierbij over de toestand van mens-zijn op aarde en in de wereld, en tegelijkertijd over de mogelijkheidsvoorwaarden daarvan. Ze onderscheidt drie voorwaarden die het menselijk leven zoals we dat kennen mogelijk maken: ‘leven’ (in de biologische zin van het woord), ‘wereldlijkheid’ (waarmee ze doelt op het menselijke vermogen om van de onverschillige, natuurlijke omgeving een duurzaam thuis te maken) en ‘pluraliteit’ (het feit dat mensen van elkaar verschillen en toch moeten samenleven).
Deze drie voorwaarden zijn weliswaar gegeven, maar hebben ook menselijke activiteit nodig om in stand te worden gehouden. Daar heeft Arendt nog eens drie termen voor.
Het biologische levensproces heeft ‘arbeid’ nodig om zichzelf voort te zetten. Dit gaat over alle vormen van productie en consumptie die erop gericht zijn het lichaam te voeden en niet te laten sterven.
Aan de ‘wereldlijkheid’ van de mens kan alleen beantwoord worden door middel van ‘werk’. Deze activiteit is gericht op het maken van dingen die ervoor zorgen dat de vergankelijke mens toch een duurzaam thuis vindt in de wereld. Voor de hand liggende objecten zijn huizen, maar je kunt ook denken aan meubels, kunstwerken of zelfs je agenda, die je helpt navigeren door de tijd.
De pluraliteit van mensen, tot slot, heeft ‘handelen’ nodig (in het Engels: action). Dit gaat over politiek handelen in de brede zin van het woord, waarbij menselijk samenleven centraal staat en elke handeling iets fundamenteel nieuws introduceert in de wereld – net zoals ieder mens een nieuwkomer is omdat ze uniek is.
Terug naar ons eerdere lijntje. Controle schept voorwaarden voor actie, maar is nog niet de actie zelf. Omdat je controle hebt, kun je de actie voor even ‘snoozen’. Maar kom je niet in actie, dan verlies je uiteindelijk ook de controle. Vanuit Arendts typering van de menselijke conditie kun je stellen dat controle samenhangt met ‘werk’ terwijl actie hoort bij ‘handelen’.
Als mens verricht je werk om je leefomgeving tot een thuis te maken. Maar het gaat Arendt hier niet om een knusse huiselijkheid waarin je je eens lekker terug kunt trekken. Het gaat om het scheppen van een wereld waarin de mensen kunnen leven. Voor Arendt is leven altijd samenleven. Handelen. Het werk dat je verricht voor het creëren en in stand houden van de wereld, die een thuis is, is dus ook een voorwaarde voor samenleven. Als ik mijn tijd van opstaan niet controleer met het zetten van een wekker, dan kom ik te laat en nemen anderen mij dat kwalijk. De actie die ik nalaat, is niet alleen nadelig voor mij maar ook voor anderen. Ik kom niet alleen voor mezelf uit bed.
Beginnen
De spanning tussen controle en actie, of tussen werk en handelen, komt scherper naar voren wanneer we van het persoonlijke domein uitzoomen naar het politieke. Men zegt wel eens dat we tegenwoordig leven in een controlesamenleving. Men bedoelt dan vooral dat machthebbers burgers te veel controleren in plaats van andersom. Maar los van de vraag wie wie in welke mate zou moeten controleren, is een belangrijkere vraag welke politieke acties in de tussentijd worden gesnoozed door een overdaad aan controle. Het stellen van klimaatdoelen en het onderhandelen over de precieze deadline van CO2-reductie is broodnodig, maar behelst tegelijk niet meer dan het zetten van de klimaatwekker. Dat is controle. Het daadwerkelijk uitvoeren van de doelen is andere koek. Het is actie.
Controle heeft iets reflexiefs. Je denkt na over een actie in de toekomst, je bereidt je erop voor, je zorgt dat het mogelijk is om de actie uit te voeren. Maar het is nog niet de actie zelf. Om te stoppen met roken, moet je stoppen met roken. Om de CO2-uitstoot omlaag te brengen, moet je de uitstoot omlaag brengen (dus niet subsidiëren). En om uit bed te komen, moet je toch echt je snoozeknop uitzetten, je benen over de rand slingeren en opstaan.
Het is tijd om iets nieuws te beginnen.
-Sarah-Van-Looy-1689776402-1697464587.jpg/92032d76bc1fd54f2efe0351240834a7.jpg)
Mariska van Dam
Mariska van Dam is schrijver, filosoof en neerlandica. Ze denkt graag na over tijd, geschiedenis, democratie en politiek. In 2022 was ze deelnemer van de eerste editie van Nieuw Geluid bij deBuren. Ze is geregeld op het podium te vinden voor kleinkunst, operette of poëzie.
Mariska bracht deze keynote tijdens het programma Alles onder controle? op 26 september 2023 in Nijmegen.