1968: de musical
(Vierde akte | Vijfde nummer)
Alphonse strompelt dronken zijn huis binnen met de brief waarin Julie hem smeekte om over te lopen in zijn hand. Haar bloed zit op het papier.
ALPHONSE
(zingt vals Julie's motief, in ye-ye stijl)
O vrijheid, vrijheid, een leven los als zand...
Onder elke stoeptegel vind je weer –
Gooit politiepet tegen de muur.
ALPHONSE
Gestrand.
Salueert sarcastisch naar de foto van De Gaulle.
ALPHONSE
Is dit wat u bedoelt met orde, mon général?
Wij tegen de barbaarse horde, huh, mon général?
Kind'ren bloeden dood op straat – Parijs een abattoir.
Is dat wat u voor u zag? Uw wens is voor mekaar!
Ik hoor ze buiten zingen in het Frans, mijn moedertaal.
En Julie – haar lied werd haar door mij fataal.
(schreeuwt) Is het orde waar wij voor moorden, mon général?
(zachter) Waarom heb ik ooit geloofd in jouw verhaal?
Kijkt naar de foto van zijn vader.
ALPHONSE
Dit is wie ik ben geworden, pa.
Als je hier was – je had geen woorden, pa.
Jouw eerste zoon, een moordenaar...
Kijkt naar brief.
ALPHONSE
Of hoeft het zo niet door te gaan?
Kijkt naar foto.
ALPHONSE
Zou dat jouw plan voor mij verspillen?
Zijn gezicht wordt hard.
ALPHONSE
Ze zouden me niet eens meer willen.
Gooit brief op tafel. Muziek stopt.
ALPHONSE
Wat zou jij hebben gedaan?
Aan welke kant van deze brand zou jij hebben gestaan?
Zeg iets. Help me.
O, hoe moet ik weten wat jij denkt?
Je was er nooit. Niet thuis, niet in de kerk –
je was altijd –
KOOR
(motief van de politiechef) Aan het werk.
ALPHONSE
(epifanie) En dat maakte je sterk.
KOOR
(gefluisterd) Aan het werk
ALPHONSE
Deze brief is geschreven
in hun hoofdkantoor.
KOOR
Aan het werk.
ALPHONSE
Handschriftanalyse.
KOOR
Aan het werk.
ALPHONSE
Vingerafdrukken.
KOOR
(harder) Aan het werk.
ALPHONSE
Alles wat ik kan!
KOOR
(voluit) Aan het werk,
aan het werk!
Zet zijn pet op.
ALPHONSE
Ik moet nu
KOOR
Hij moet weer
ALLEN
Aan het werk!