Ann leidt niet
Niet dat Ann achterlijk is. Of kwaadaardig. Maar er gebeurt iets wanneer ik de tekst verlaat die zhij, ik, uitkoos. Schrijven leer ik door zijr woorden, via toe-eigening, afkeer, en de lange zoektocht naar alternatieven. Hzij mag vervagen.
De verhouding tot de tekst moet illusoir zijn. Dan is er vooruitgang. De machine blijft in beweging zolang er een fout is. En die is er altijd. Denkt zhij, denk ik.
Ann legt niet uit waarom hzij iets zo of zo formuleert. Zijr instructies zijn dan ook gedoemd tot foute overlevering. Deze vertaler wil weg van achterhaalde verplichtingen, oorspronkelijke betekenissen en geschikte/voorspelbare oplossingen. Weg van Ann is de weg naar de tekst.
Zij heeft gewacht.
Ik houd vochtig papier in mijn hand. Het woord voorouder leidt tot een licht gevoel van teleurstelling. Een ander.
(Deze tekst is geen vertaling meer van Ann Cottens Anleitungen)