escapisme is geen escapisme als je het nauwelijks naar je zin hebt
dasse:
een hele week is het uitkijken. we kijken uit en we hebben het daarover. nog een paar dagen, kreunen we, dan kunnen we beginnen aan een hele nacht.
de meeste nachten zijn om door te komen; in slaap te vallen en ons daar niks van te herinneren. maar één nacht!
ik nodig een meisje uit met wie ik graag wil dansen. ze werkt in de koffiebar onder ons kantoor. ze heeft kort haar met veel clipjes. op vrijdag vraag ik:
ik:
kom je mee dansen?
en zij zegt
zij:
vanavond?
en ik zeg:
ik:
ja vanavond
en zij zegt:
zij:
ja oke
fack it
dasse trekt iets anders aan. een topje en een broek om in te dansen. muziek aan. iets met diepe bass
dasse:
het punt is:
er zijn duizend dingen waar we over na kunnen denken.
de huizenmarkt microplastics in ons hoofd hoeveel diersoorten er elk jaar ophouden te bestaan de wereld komt tot een einde.
of nou ja, de wereld niet. maar wij wel.
alles houdt ooit op te bestaan. en nu zijn wij aan de beurt.
we voelen het, we ruiken het, er gutst iets onze lijven uit; ons zweet wordt zuurder met de dag.
maar daar denken we vanavond niet aan.
ik dans met haar, en we dansen tegen elkaar, en als de trillingen van het geluid er op één moment voor zorgen dat de moleculen die haar huid vormen heel even verspringen, en mijn hand zó haar arm door glijdt, haar huid als een sjaal over mijn armen, tussen haar cellen, en we er één met elkaar uitwisselen om voor altijd bij elkaar te zijn,
ja,
dan hebben we het daar niet over, dan is dat gewoon zo.
muziek uit
morgenochtend weer vroeg op,
tijd om er een eind aan te breien.